Fijtje Hendriks Visser
Fijtje Hendriks Visser,
geb. op 10-05-1810 te Huizen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 13-05-1810 te Huizen; dgt. Ebbetje Kooij,
ovl. op 26-08-1810 te Huizen; 15 weken oud; Wonende N. 189,
begr. op 28-08-1810 te Huizen; Akte datum.- Vader:
Hendrik Hendriksz Visser, zn. van Hendrik Klaes Visser en Aaltje Hendriks Rebel,
geb. op 30-04-1752 te Huijzen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 30-04-1752 te Huijzen; dgt. Gijsbertje Meeuwis Groot,
ovl. op 05-01-1818 te Huizen; 65 jaar,
begr. op 08-01-1818 te Huizen; Grafnr. 51,
, -
HENDRIK HENDRIKZ: VISSER
Huizen Koptienden (1786-48 1817-63):
1786-48: v. Pieter Aardz: Swart 1 Spt 2 kop 7/8
t/m 1805-52: Situatie: 1 Spt 2 kop 7/8
1808-54: v. Hendrik EN Klaas Hendriksz Visser 1/2
1810-54: Situatie: 1 Spt 3 kop 3/8
- Afgezet op onbekende 1/2
1812-54 t/m 1816-60: Situatie: 1 Spt 2 kop 7/8
1817-63: op Hendrik Gerritsz Schram de Jonge 3 kop 5/8
- op Adrianus P: Kooij 3 kop 5/8
- op Jacob Bakker 3 kop 5/8
-
HENDRIK HENDRIKZE VISSER en CLAAS HENDRIKZE VISSER IN COMPAGNIE
Huizen Koptienden (1773-37 1808-61):
1773-37: v. Tijmen Gerritsz Dorland 1 kop
t/m 1805-58: Situatie: 1 kop
1808-61: op Hendrik Hendriksz Visser 1/2
- op Rutje Dirkse Rijn 1/2
-
HENDRIK EN FEIJTJE/ FIJTJE VISSER
Huizen Koptienden (1803-43 1818-52):
1803-43-briefje:v.Wed.Rut Gerbertsz Rebel 5 Spt 2 kop 1/2
1818-52: op Meeuwis Jansz Zwart 4 kop 7/8
- op Jan Rebel 2 kop 1/4
- op Henrik Havega 3 kop 3/4
- op Hendrik Willemsz Gooijer 3 kop 3/8
- op Gerrit Lambertsz Koopman 1 kop 7/8
- op Jacobus Iedes 4 kop
- op Klaas (Lambertsz) Volkerden 3 kop
- op Lambert Veerman 5 kop 1/4
- op Jacob (Adrianusz) Kooij 3 kop 3/8
- op Willem (Pietersz) Boor 3 kop
- op Albert (Gijsbertsz) van Dirksz 1 kop 7/8
- op Gerrit (Willems) de Jong EN
- EN Gerbert (Jansz) Zwart 6 kop 3/8
-
ORA-184-3180; 27-07-1764: Tot voogden over de 5 nagelaten kinderen van Hendrik Visser verwekt aan Aaltje Hendriks Rebel, genaamt Lambertje, Fijtje, Claas, Hendrik en Jacob Hendriksz Visser, werden gecommitteerd Gerbert Rebel en Lambert Willemsz
Vos
-
ORA-184-3180; 25-04-1766b: Akte van bewijs. Aaltje (Hendriks) Rebel eerder weduwe van Hendrik (Klaasz) Visser, dog nu hertrouwd met Rut (Gerbertsz) Rebel ter Eenre en Gerbert Rebel en Lambert Willemsz Vos als voogden over de 5 minderjarige
kinderen genaamt Lambertje, Fijtje, Claas, Hendrik en Jacob Hendriksz Visser ter andere sijde: f 15/kind, wat sieraden, opvoeding
-
ORA-184-3181; 04-01-1799: Tot voogden over het minderjarig nagelaten kind van wijlen Jacob (Hendriksz) Visser verwekt aan Rutje (Dirks) Reijn genaamd Aaltje Jacobs Visser, aangesteld Ebbe (Dirksz) Reijn en Hendrik (Hendriksz) Visser
-
ORA-184-3224A013; 04-11-1806: Akte van scheiding, scheiding der boedel en verdeling.van Matje (Hendriks) Snijder, overleden 03-03-1802 alhier, weduwe van Willem (Willemsz) Teeuwissen (de Jonge).
Gerbert (Willemsz) Teeuwisse voor zijn prive wonende binnen Huizen, Gerbert (Willemsz) Teeuwissen en Hendrik (Hendriksz ?) Visser in qualiteit van bij Testament van nu beide wijlen Klaas (Hendriksz) Visser en deszelfs huisvrouw Rutje (Willems)
Teeuwissen gestelde voogden over derzelver minderjarige kinderen met namen Hendrik, Matje, Willem en Aaltje (Klaasz) Visser.
Dirk (Gerbertsz) Rebel en Lambertje (Klaasz) Visser, echtelieden, mede alhier woonachtig, zijnde den vrouw comparante met den voorn: haren man geadsisteerd.
- Nota de weduwe Willem Teeuwissen wier nalatenschap hierin wordt vermeld, reets den 03-03-1802 - en de hierin vermelde Klaas Hendriksz Visser en deszelfs voor-overledene Huisvrouw Rutje Willems Teeuwis beiden voor den Jaren 1806 overleden
zijnde kome hier geene vertooning van Peinissie Billet van Toe-eigening te pas.
Te kennen gevende dat Matje (Hendriks) Snijder, overleden 03-03-1802 alhier, weduwe van Willem (Willemsz) Teeuwissen, nalatende 2 kinderen, te weten de 1e genoemde comparant Gerbert (Willemsz) Teeuwissen en de moeder der 4 opgenoemde
minderjarige kinderen van Klaas (Hendriksz) Visser, zijnde de moeder van de comparante Lambertje Visser, met name Rutje Teeuwissen, en dat derhalve die haar 2 nagelaten kinderen ieder voor de gerechte / portie de nalatenschap van voorn: wijlen
Matje (Hendriks) Snijder wed.v. Willem (Willemsz) Teeuwissen, ab intesto gerechtigd waren, doch dat hij comparant Gerbert (Willemsz) Teeuwissen, met nu wijlen zijn schoonbroeder Klaas (Hendriksz) Visser van mede wijlen zijne zuster Rutje
(Willems) Teeuwissen, hadden goed gevonden
-
ORA-3224A56; 03-10-1808: Langstlevende testament. Hendrik (Hendriksz) Visser en Anthonia (Adrianus) Kooij echtelieden wonende binnen Huizen, zijnde de man ziekelijk vernietigen alle testamenten en nu als op nieuws disponeerende, verklaarden zij
-
ORA-184-3182; 08-05-1809: Tot voogden over Lambertje IJ: Eppen minderj. nagel. kind van wijlen IJsak (Eppen) Eppen (verwekt aan Femmetje Gerrits Rietvoort) zijn gesteld Dirk R:(ijersz) Koeman en Hendrik Kriek alsmede tot toeziende voogd Hendrik
Visser d'Oudste
-
ORA-184-3225A083; 11-09-1809: Staat, schifting en scheiding van goederen der nalatenschap van de Wed. Willem (Willemsz) Teewisz in dato 04-11-1806 en op het qouhier der oude verponding gesteld ten name van de kinderen van Klaas Hendriksz
Visser goederen enz.
Compareerden voor ons Hendrik Klaas Visser, Hendrik (Gerritsz) Schram de Jonge in huwelijk hebbende Matje Klaasz Visser en zij Matje Klaasz Visser Visser zelve als ten dezen door haren man geadsisteerd, mitsgaders Gerbert(Willemsz) Teeuwissen
en Hendrik Hendriksz Visser bij testament van wijlen Klaas Hendriksz Visser en Rutje (Willems) Teeuwisz, gepasseert 29-09-1803 gestelde voogden over de nu nog minderjarige Willem Klaasz Visser en Aaltje Klaasz Visser, en verklaarden zij
comparanten het voornemen te hebben te sommeeren eene scheiding van de tot hier gemeen gebleven goederen welke in de nalatenschap van wijlen hunnen grootmoeder de Wed. Willem (Willemsz) Teeuwissen ofwel uit die hunner ouders opgekomen zijn voor
zoo veel op het quohier van verponding staande te name van de kinderen van Klaas Hendriksz Visser, zijnde Hendrik, Matje, Willem en Aaltje Klaas Visser enz
-
ORA-184-3226A011; 30-08-1810: Scheiding van boedel. Lambert IJzaks Eppen, Jan Jansz Eppen (1) en Joost Kruimer (2) de eerste als voogd over Jaapje, Adriaantje en Annetje Eppen minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Ep IJzak Eppen,
daartoe nevens Rut (Gijsbertsz) Bout (die voor 't passeren dezes is overleden) aangesteld bij acte 08-05-1809 ter waarneming van het regt van gemelde kinderen in de nalatenschap van hunne grootvader IJzak Eppen - en de tweede genoemden thans
compareerende ter assistentie van opgemelte comparant Jan Jansz Eppen en bij deze acte gestelde toeziende in dezen, mitsgaders
Dirk Reijers Koeman en Hendrik (Cornelisz) Kriek mede als gestelde voogden over Lambertje IJsaks Eppen, geadsisteert door Hendrik Hendriksz Visser als toeziend voogd.
Te kennen gevende dat op 08-05-1809 alhier is overleden IJzak Eppen, die de vader was van Lambert IJzaks Eppen en wijlen Ep IJzaksz Eppen door hem in huwelijk verwekt aan wijlen Jaapje (Lamberts) Veerman alsmede van Lambertje IJzaks Eppen door
hem in een nader huwelijk verwekt aan mede wijlen Femmetje Rietvoort
dat na het overlijden van voorn. wijlen IJzak Eppen is geforneerd staat van Inventaris enz,
-
Zie Huizen-DTB-2B-01-05-1808: Gedoopt Adrianus en Hendrik, Geboren op Vrijdag 29-04-1808; Vader: Hendrik Visser DE OUDE, Moeder: Anthonia Kooij, Getuige Ebbetje Kooij,
tr. op 12-03-1806 te Huizen.
- Moeder:
Anthonia Adrianus Kooij, dr. van Adrianus Klaasz Kooij en Aaltje Rutten Koeman,
geb. op 27-08-1774 te Huizen; 1819: 44,
ged. Gereformeerde Gemeente op 27-08-1774 te Huizen; dgt. Eultje Lubb: Boogert,
Winkelierster,
184-3224A056; 03-10-1808: Testament,
ovl. op 01-03-1837 te Huizen,
, -
ANTONIJA / ANTHONIJA KOOIJ TE HUIJSEN
Huizen Koptienden (1803-39 1805-41):
1803-39: v. Ebbe IJsaakz Spilt 3 kop
t/m 1805-41: Situatie: 3 kop
1806-41: op Anthoniij Kooij 3 kop
-
ORA-1840-3224A056; 03-10-1808: Langstlevende testament. Hendrik (Hendriksz) Visser en Anthonia (Adrianus) Kooij echtelieden wonende binnen Huizen, zijnde de man ziekelijk vernietigen alle testamenten en nu als op nieuws disponeerende,
verklaarden zij,
tr. (2)
met Albert Gijsbertsz Dirks.
>